Systemische context
Van geboorte af aan zijn we verbonden met mensen. Onze ouders en/of opvoeders, broers, zussen, familie, buren, vrienden, kennissen, contacten op school, werk, sport, hobby’s, landgenoten en wereldburgers.
We leven in relatie met anderen. Of we willen of niet. En elk mens heeft een eigen referentiekader. Een persoonlijk verhaal. Eigen ervaringen, gevoelens, belevingen, gedachten en gedragingen. Voor ieder persoonlijk. Zo ontmoeten we elkaar.
We erven van elkaar kwaliteiten en persoonlijke aardigheden, maar ook worden terugkerende thema’s zichtbaar van verdriet, angst, boosheid of agressie.
Waarden en normen, geloofs- en/of levensovertuigingen, politieke visie: we nemen over, zetten ons ertegen af en denken autonoom en vrij te zijn. Maar hoe sterk gebondenheid en loyaliteit aan het gezin van herkomst zijn, ontdekken we vaak pas gaandeweg het leven.
We ontkomen er niet aan dat in het contact met andere mensen, confrontaties, conflicten, schuring en strijd plaatsvinden. Hoe je hiermee omgaat en welke manier van communiceren en handelen je gebruikt, is persoonlijk.
We vechten, vluchten of bevriezen.
Soms kun je zo verstrikt raken, dat er geen ontkomen meer aan lijkt, en destructieve terugkerende patronen zich gaan herhalen. In contact met de ander kom je jezelf tegen.

Het aangaan van de eigen terugkerende thema’s blijkt meestal een voorwaarde om weer tot verbondenheid en intimiteit te komen met de ander. Het vraagt moed en vertrouwen om dit aan te gaan, door de angst en onzekerheid heen, en om vaste grond te vinden in jezelf.
